• Heidepol
  • Huis ter Heide
  • Landgoed Christinalust
  • Landgoed Mookerheide
  • Natuurbegraven Nederland
  • Schoorsveld
  • Natuur
  • Organisatie

Maaibeleid op de natuurbegraafplaatsen

Voordat we beginnen met maaien, stellen we vast waar welke planten staan en welke dieren er broeden, zodat we geen schade aanrichten tijdens de werkzaamheden.

We beperken het maaien tot specifieke plekken. Deze bakenen we af met gekleurde bamboe stokjes. U heeft ze misschien wel eens zien staan als u al eerder op de natuurbegraafplaats geweest bent. We maaien nooit een heel veld in een keer. Her en der laten we wat begroeiing staan. Zo geven we planten de kans om te groeien en bloeien. Eerst bekijken we per plek welke plantensoorten er groeien, daarna bepalen we of we deze willen behouden. Is dat zo, dan wachten we met maaien en krijgen ze de kans om zaden te vormen. Zien we een deel met veel ongewenste soorten, dan maaien we snel zodat ze niet in het zaad komen en de overhand gaan nemen. Gewenste soorten krijgen zo juist een kans om op die plek te groeien.

Het maaisel dat tijdens het maaien vrijkomt, voeren we af. Zo verdwijnen de voedingstoffen die in de grassen en kruiden zitten, waardoor de grond verschraalt. In tegenstelling tot wat u misschien verwacht, komen in voedselarmere gebieden méér plantensoorten voor dan in voedselrijke gebieden. Zo groeien bijvoorbeeld brandnetels, bepaalde grassen en bramen graag op voedselrijke grond. Daardoor delven andere soorten het onderspit. Als we de bodem verschralen, krijgen bijvoorbeeld het zandblauwtje en het muizenoortje volop kans om zich te ontwikkelen.

De natuurbeheerders zorgen ervoor dat minimaal tien procent van het natuurgebied ongemaaid blijft. Dit deel fungeert in de wintermaanden als toevluchtsoord voor verschillende insecten en vogels. Het jaar erop wordt dit deel wel gemaaid en zal een ander deel ongemaaid blijven.

Alle graven maaien we handmatig met bosmaaiers. Dit is een arbeidsintensief karwei en het duurt weken tot enkele maanden, voordat alle natuurgraven gemaaid zijn. Zeker op de oudere natuurbegraafplaatsen waar al veel mensen hun laatste rustplaats hebben. Op de delen van de velden waar nog geen mensen begraven zijn, maaien we op een aantal van de natuurbegraafplaatsen met een zogenaamd vingerbalkje. Dat zorgt ervoor dat er zo min mogelijk insecten doodgaan bij het maaien. De wortelrozetten, dat zijn de bladeren van een plant die dicht op de bodem groeien, van meerjarige planten worden hiermee behouden. Het maaisel blijft minimaal een dag liggen voordat het op rillen gelegd en gehooid wordt. Zo kunnen de planten eerst drogen en valt er zoveel mogelijk zaad uit om ook volgend jaar weer voor prachtige bloemenvelden te zorgen.

Doordat we niet alle delen maaien, is er voor insecten en reptielen altijd wel een plekje te vinden met voldoende beschutting en voedsel. Bovendien wil het oog ook wat en ziet een niet gemaaid veld er mooier uit, met de bloemen in bloei en de grashalmen die wuiven in de wind, toch?