• Landgoed Mookerheide
  • Schoorsveld
  • Natuur

Het magische algoritme van de natuur

Wie weleens bloemblaadjes heeft geteld: hij/zij houdt van me, hij/zij houdt niet van me… komt erachter dat bloemen opvallend vaak hetzelfde aantal bloemblaadjes hebben. Dit kunnen er drie zijn, vijf, acht of zelfs dertien. Sommigen hebben er nog meer; eenentwintig of vierendertig. Als deze getallen achter elkaar worden gezet, ontstaat er een reeks die telkens oploopt door de twee opvolgende getallen bij elkaar op te tellen. Je krijgt dan: 0-1-1-2-3-5-8-13-21-34-55-89-144-233-377-610-987-1597- enzovoort.

In de natuur zie je (bijna) altijd de verhouding 1 : 1,6. Kijk maar eens naar de wijsvinger van je rechterhand. De lengte van je eerste vingerkootje maal 1,6 is de lengte van je tweede kootje. Het tweede kootje maal 1,6 is de lengte van je derde kootje en die maal 1,6 is de lengte van je middenhandsbeentje. De draaiing van een slakkenhuis gaat volgens dit principe, zo ook de dennenappel of de zaden in een zonnebloem. En zo kunnen we door blijven gaan.

De appel telt vijf bloemblaadjes, vijf stijlen vergroeit tot één stamper. De passiebloem is een mooie: deze heeft drie stampers, vijf meeldraden, vaak negenentachtig bloemblaadjes en twee maal vijf kroonbladeren. Soms lijkt een plant vier blaadjes of vier bloemblaadjes te hebben, maar als je goed kijkt, zie je dat deze blaadjes in tweetallen kruislings net boven elkaar staan.

Vanaf nu zul je het overal in de natuur terugzien. En dankzij de knappe koppen uit India van ver vóór Christus, hebben we nu nullen en enen waardoor we een computerprogramma kunnen schrijven dat voor ons uitrekent of we moeten beginnen met ‘hij/zij houdt van me” of met ‘hij/zij houdt niet van me”, om goed uit te komen bij het plukken van de laatste bloemblaadje.