• Heidepol
  • Maashorst
  • Natuur

Bomen of bos

Elke natuurbeheerder kent het dilemma; ga je een boom kappen voor meer natuurkwaliteit? Dat voelt nogal tegenstrijdig. Als je meer natuur wilt, laat je toch de boom staan? In grote lijnen klopt dat, maar als je een bos hebt met alleen maar dezelfde bomen van dezelfde leeftijd, dan begrijpt iedereen wel dat er minder diversiteit is dan een bos met veel verschillende soorten bomen en planten en van verschillende leeftijden. Om van een monotoon bos door mensen aangeplant naar een gevarieerd bos te gaan zijn meerdere mogelijkheden denkbaar.

In grote lijnen komt het hierop neer: je doet niets of je helpt het bos. Als je niets doet, komen door veroudering en het omvallen van bomen vanzelf gaten in het bos, waar zich weer nieuwe soorten kunnen vestigen. Voordat het een gevarieerd bos is, zijn we dan wel heel wat generaties verder. Een andere strategie is het bos helpen in de omvorming. Dit betekent actief bomen kappen en andere soorten bomen planten. Door een boom te kappen krijg je dus meer biodiversiteit. Een voordeel bij deze aanpak is dat je hout uit het bos overhoudt om weer te gebruiken voor een houten bankje of als afvalbak voor bladeren.

Meer soorten bomen zorgen voor meer biodiversiteit. Ook meer variatie tussen bos en open plekken verhoogt de natuurwaarde en biodiversiteit. Daarom maken natuurbeheerders soms open plekken in het bos, die vervolgens vanzelf weer langzaam dichtgroeien. Dit geldt overigens maar voor een beperkt deel van het bos, want oude bomen en ook afgestorven bomen zijn heel belangrijk voor de biodiversiteit. Kortom, het beheren van een bos gebeurt evenwichtig en met veel zorg en aandacht.