Scepsis maakt plaats voor verwondering De natuurmonitoring op Heidepol

Op de natuurbegraafplaatsen van Natuurbegraven Nederland wordt de natuur iedere 6 jaar gemonitord. Dit doen we om de kwaliteit van de natuurgebieden te bewaken en te verhogen. Afgelopen jaar werd de natuur op Heidepol onderzocht door het team van Blom Ecologie. Ecoloog Taric Schrader vertelt over zijn werk op natuurbegraafplaats Heidepol bij Arnhem. Hij neemt u mee in zijn bijzondere ontdekkingen en de manier waarop scepsis plaatsmaakte voor verwondering.

Een voorjaar vol verrassingen

Afgelopen jaar voerde Blom Ecologie, in opdracht van Natuurbegraven Nederland, een natuurmonitoring uit op natuurbegraafplaats Heidepol bij Arnhem. Mijn naam is Taric Schrader, ecologisch specialist bij Blom Ecologie, en ik ben verantwoordelijk voor de uitvoering van dit natuuronderzoek. Als ecoloog ben ik breed geïnteresseerd in alle levensvormen, maar heb ik een specifieke voorliefde voor vleermuizen, reptielen en libellen. Voor mij is Natuurbegraven Nederland op dit moment de leukste klant die ik begeleid. Hier wordt écht nieuwe natuur gemaakt en verbeterd, op plekken waar dat voorheen minder aanwezig was. Waar andere organisaties vaak ‘begraven in bestaande natuur’ als uitgangspunt nemen, is de ambitie bij Natuurbegraven Nederland: topnatuur realiseren. Op Heidepol zien we dat voor onze ogen gebeuren.

Zo werkt het

Ons team onderzoekt op een gestandaardiseerde manier de natuur. Dat betekent dat we gestructureerd te werk gaan volgens een protocol: vaste aantallen veldbezoeken, veldwerkmomenten en looproutes. Voor reptielen loop ik bijvoorbeeld zeven keer dezelfde looproute, ongeveer iedere maand één rondje. We gebruiken de landelijke SNL-methodiek, waarmee we een steekproef van (broed)vogels, vlinders, sprinkhanen, libellen en planten onderzoeken. Daarbovenop volgen we ook zoogdieren, vleermuizen en reptielen. Zo krijgen we een goed beeld van de natuurkwaliteit. Hoe verandert de natuur op de natuurbegraafplaats zelf en in verhouding tot andere natuurgebieden.

De ontdekkingen

Vanaf het eerste bezoek waren we onder de indruk van de waarnemingen die we deden:

  • Zeldzame baardmossen op paaltjes, een teken van schone lucht.
  • Vleermuiskasten waar gewone dwergvleermuizen in zaten.
  • Ik ontdekte zelf een zeldzame vlieg (Brachicheta strigata). Mijn foto was de tiende waarneming in Nederland.
  • Veel zandhagedissen en hazelwormen gezien tijdens de reptielenrondjes.
  • In de vroege ochtend en late nacht ontdekten we broedende appelvink, bonte vliegenvanger, glanskop, nachtzwaluw en bosuil.
  • Soorten met prachtige namen zoals gouden torren, heidefopwespen en sierlijke kamlangpoten.

Het is zelfs zo leuk dat we maandelijks in onze vrije tijd op Heidepol nachtvlinderavonden uitvoerden. Inmiddels hebben we in 2025 ruim 1.000 verschillende soorten geteld. De diversiteit in het gebied is bijzonder. Het kleinschalig natuurbeheer heeft als gevolg dat er altijd wel iets bloeit en er overal plekjes zijn waar insecten eitjes kunnen leggen en rupsen kunnen opgroeien.

Een voorbeeld

De beheerders en hun collega’s werken met dezelfde passie voor de natuur als wij dat doen. De soorten waar onze ecologen in hun vrije tijd speciaal voor naar de Hoge Veluwe of Planken Wambuis trekken zien we hier op Heidepol. Dit zijn soorten waar het landelijk slecht mee gaat, maar die in de afgelopen jaren een plekje hebben weten te vinden op Heidepol -zoals de fraaie kommavlinder. De manier waarop Natuurbegraven Nederland uitvoering geeft aan natuurontwikkeling en natuurherstel zou een voorbeeld moeten zijn voor andere organisaties. Het succesverhaal van Heidepol geeft mij hoop dat de natuur veerkrachtig genoeg is om te herstellen.