• Maashorst
  • Natuur

Natuurbeheerder Marcel neemt je mee door de eeuwen heen

Het ontstaan van de (Oer) Maashorst. Een stukje theorie: In de ijstijden, voornamelijk in het Saalien (de voorlaatste ijstijd 140.000 tot 200.000 geleden) zijn er grove zanden en grinden afgezet. De Maas stroomde als een soort vlechtend riviersysteem met een relatief lage stroomsnelheid door het landschap. Door de (toenemende) hoge ligging is het gebied tijdens de laatste ijstijd, het Weichselien (10.000 tot 120.000 jaar geleden) sterk onderhevig geweest aan winderosie. Grote delen van de maasafzettingen zijn door de wind afgevoerd. Het fijnere zand is weggestoven, waarbij de grotere kiezels en soms brokken klei bleven liggen. Hierdoor ontstonden uitgestoven maasafzettingen. Op deze afzettingen kwam aan het einde van de laatste ijstijd een dunne laag dekzand te liggen dat opwaaide vanuit het toen voor een groot deel droogliggende Noordzeebekken. Omdat de diepere ondergrond permanent bevroren was (dit noemen we permafrost) kon het water niet wegzakken in de bodem en stroomde het over de oppervlakte. Er ontstonden bredere dalen in verhouding tot relatief kleine waterlopen. Sommige van deze dalen sluiten aan op de talrijke beekdalen. In deze dalen liggen verspoelde, lemige dekzanden, ook wel “Brabants Leem” genoemd. Waar het leem dicht onder het oppervlak voorkomt zijn vennetjes of veen ontstaan.