Het gebied was deels een keileemplateau met ping-ruïnes, hoogveengebieden, dekzandruggen en beekdalen. Deze werd gevormd in het Holoceen, tussen 6000 en 3000 v.Chr. Het veen werd gevormd in de stroomdalen die vanaf het Drents Plateau in westelijke en zuidelijke richting liepen. Door het stijgen van het grondwater werd de zandgrond steeds natter en er ontstonden meerstallen. Hoogveen bestaat vooral uit veenmos, dat op zijn beurt weer voor 90% uit water bestaat. Daarom waren het ook altijd ontoegankelijke hoogveenmoerassen.
Hoogveenmoerassen en dekzandruggen vormen de bronnen voor de bekende beekdalen die zich door het landschap vlechten.
Door de vervening is het landschap uitermate rechthoekig geworden Ten behoeve van de vervening werden wijken en vaarten aangelegd, zoals de Verlengde Middenraai. Heideontginningen op de woeste gronden zorgen voor grote rechte verkaveling. Later werden deze structuren gebruikt bij ruilverkavelingen en de modernisering van de landbouw. Vreemd genoeg zijn alle ontwikkelingen, tot nu, passend gemaakt naar dit rechthoekige landschap.
De verkavelingen voortgekomen uit ontginningen en vervening hebben geen enkele rekening gehouden met geologische waarden. Er was alleen het doel om grondstoffen te halen met de grootste efficiëntie, wat in die tijd ook te verantwoorden was zonder gebruik van welke machinale ondersteuning dan ook.
Na 1900 is het gebied doorontwikkeld vanuit efficiëntie denken hebben ruilverkavelingen gezorgd voor een landgebruik zonder duurzame visie. Zo is de ziel uit het landschap verdwenen. Enkele kleine relicten geven nu de inspiratie om een landschap te ontwerpen dat recht doet aan de basis, de Geomorfologie.
Opdracht:
Ontwerp een gebied waar leefbaarheid zich vanuit de geomorfologie kan vormen.
Laat het menselijk gebruik van het gebied weer de landschapslijnen volgen, ontstaan door natuurlijke invloeden
Ontwerp een landschap waar leefbaarheid zich vanuit de geomorfologie kan vormen. Laat het menselijk gebruik van het gebied weer de landschapslijnen volgen, ontstaan door natuurlijke invloeden en cultuurhistorie.
In het ontwerp zijn verschillende invalshoeken gebruikt om het landschap in te kleuren.
De Gouden-regels geven de richting, overwegingen tijdens het proces maken de details.
Hierbij is het vaak schakelen tussen verschillende onderwerpen en de juiste balans vinden die passend is voor het gebied.
Als ontwerper zoom je in op het gebied, wil je graag gaan tekenen maar merk je snel dat je studie van onderwerpen moet maken voordat je gaat tekenen. Achter ieder lijntje zit een verhaal en visie, ieder lijntje heeft invloed op het landschap en de leefbaarheid.
In dit ontwerp is een visie gegeven met mooie ontwikkelingen, daarbij zijn verschillende transitie nodig.